U kunt het rapport hier inzien. Een link naar de kabinets- en beleidsreactie vindt u hier.
Het CvTA onderschrijft de twee grote opgaven die in het eindrapport worden benoemd waar hij de komende jaren verder mee aan de slag wil gaan.
Opgave 1: het in de praktijk brengen en uitvoeren van de vastgestelde toezichtstrategie CvTA
We zijn blij met de erkenning en waardering van de onderzoekers voor deze nieuwe aanpak en dat er ook geadviseerd wordt om de middelen voor het CvTA structureel te versterken. Met het structureel maken van de begroting van het CvTA voor 2025 wordt hier ook daadwerkelijk invulling aan gegeven. Het CvTA kan zich er goed in vinden dat er periodiek zal worden bekeken welke middelen nodig zijn om het toezicht uit te kunnen voeren. Wij zijn daarbij blij met de huidige financieringssystematiek voor de kosten van het toezicht waardoor het CvTA voldoende kwalitatief en onafhankelijk toezicht kan uitvoeren.
Opgave 2: het investeren in de relatie met de organisaties onder het toezicht
We hebben hier de afgelopen periode veel in geïnvesteerd, maar naar blijkt nog niet voldoende gezien de bevindingen van de onderzoekers. Hoewel er natuurlijk altijd al snel een spanning zit op de relatie tussen een toezichthouder en de 24 ondertoezichtgestelden, onderschrijven we volledig het door de onderzoekers gestelde doel om het wederzijdse begrip en vertrouwen toe te laten nemen, met respect voor ieders verantwoordelijkheid.
Initiatief vereenvoudiging en verduidelijking Wet toezicht
Het CvTA is blij met het initiatief om te kijken naar vereenvoudiging en verduidelijking van de Wet toezicht. Het CvTA verkent momenteel op basis van zijn risicogerichte toezicht of het preventieve toezicht op basis van artikelen 3 en 5 van de Wet toezicht in de toekomst vooruitlopend op een mogelijke wetswijziging anders kan worden ingericht ten behoeve van het verminderen van regeldruk bij cbo’s. Daarover gaat het CvTA met de sector nog verder in gesprek, waarbij ook de ervaringen met de inrichting van en governance bij cbo’s en obo’s inzake artikel 2 van de Wet toezicht kan worden betrokken.
Overige aanbevelingen: verder in gesprek met JenV
Wat betreft de overige aanbevelingen gaat het CvTA graag verder in gesprek over overige aanbevelingen met het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) om samen te bepalen op welke wijze hier invulling aan kan worden gegeven, op welke termijn en wat daarvoor nodig is.
De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen schrijft voor dat het functioneren van een zbo als het CvTA eens in de vijf jaar moet worden beoordeeld op doelmatigheid en doeltreffendheid. Het ministerie van JenV heeft opdracht gegeven aan de KWINK Groep om deze evaluatie uit te voeren. Voor het CvTA is het sinds zijn oprichting in 2003 de eerste wettelijke evaluatie. Het resultaat van de evaluatie die betrekking heeft op de periode 2018 – 2023 is vandaag aangeboden aan de Tweede Kamer.